zaterdag 7 mei 2011

Filosofisch intermezzo - God, geloof, religie - Religie als het fundament voor het moraal

In deze derde blog in de serie van “een filosofisch intermezzo – god, geloof, religie”, ga ik dieper in op de concepten m.b.t. religie. Eigenlijk is het bijzonder dat er in het hedendaagse tijdperk nog steeds religies bestaan. Je zou kunnen veronderstellen dat religies een reliek zijn uit verloren gaande tijden, de tijd dat het christendom de wereld domineerde en kruistochten uitvaardigde voor de verspreiding van het christendom. De tijd dat de islam opkwam in de arabische wereld waarmee tegelijk een tijdperk van culturele ontwikkeling plaatsvond zodat een heel volk zich op een ander niveau kon ontwikkelen. Naast het feit dat er in onze samenleving een soort van “islamofobie” is ontstaan, is het toch opmerkelijk om te zien dat naast de twee bovengenoemde religies ook alle andere religies nog steeds bestaan. Hoe komt dat? Kunnen religies daadwerkelijk nog iets betekenen in de wereld van vandaag dat gefundeerd is op wetenschap met diens toepassingen?

Voordat ik een poging ga doen om deze vragen te beantwoorden, stel ik mijzelf eerst de volgende vraag: “wat is religie eigenlijk?”. Ik ben gedoopt als katholiek, althans naar mijn weten, ik durf niet exact te zeggen bij welke religieuze gemeenschap ik sta ingeschreven. Mijn onwetendheid hierover is echter een kenmerk van mijn persoonlijkheid en hoeveel waarde ik hieraan hecht, vrij weinig dus.
Dat neemt niet weg dat religie mij altijd heeft geïntrigeerd. Naast het feit dat mijn moeder wél geloofd in god, heeft het mij altijd bezig gehouden in die zin dat ik wilde weten wat de beweegredenen waren voor mensen om nog steeds een aanhanger te zijn van een bepaalde religie. Sociologisch gezien is het niet moeilijk om een aantal argumenten aan te voeren. De voornaamste is de drang van mensen om op zoek te gaan naar gelijkgezinde mensen die allemaal uiting willen geven aan hun liefde voor god. Antropologisch gezien wordt het echter interessant, want dan gaan we kijken naar het individu dat onderdeel uitmaakt van een geloofsgemeenschap.

Als eerste mogen we onze vrienden van de katholieke kerk bedanken voor alle negatieve PR die zij hebben veroorzaakt met alle schandalen rondom het sexueel misbruik. Het moge duidelijk zijn dat iedereen die zich al minder verbonden voelde met de katholieke kerk, deze ontwikkelingen de spreekwoordelijke druppel was die de emmer deed overlopen en besloten uit de gemeenschap te stappen. Echter is de ontkerkelijking van ons land al heel wat decennia in volle gang. Dat komt omdat de functie die de kerk had langzaam maar zeker werd overgenomen door de staat. Het zorgen voor armen wordt in ons land uitgevoerd door de sociale dienst, voedselbanken verzorgen het voedsel voor hen die niet in staat zijn om op een normale wijze hun monden te voeden. De sociale zorgfunctie van kerken is langzaam maar zeker verspreid over allerlei verschillende instanties, al dan wel of niet verbonden aan overheden.
Opmerkelijk is het feit dat als wij kijken naar de Islam, dat deze religie juist in opkomst is. Afgaande op de beschikbare gegevens op de site van het CBS, durf ik te stellen dat deze religie juist in opkomst is. Eigenlijk is dit zelfs een contradictoire ontwikkeling in vergelijking met de ontkerkelijking van Nederland. Waar een kerk dat van oudsher een christelijke/katholieke kerk was, wordt deze tegenwoordig gebruikt als moskee voor de islam.

Helaas hebben we nog steeds niet de vraagstelling beantwoord, namelijk “wat is religie?”. De filosoof Soren Kierkegaard zou religie bestempelen als een ‘persoonlijke band tussen god en mij’. Ik denk dat religie in vroegere tijden het mechanisme was waarmee mensen konden worden gecontroleerd. Niet voor niks leeft er in onze hedendaagse maatschappij een zekere consensus over religie dat het altijd aanleiding zal zijn voor oorlog. Dit is een argument dat voornamelijk wordt aangevoerd door mensen die zichzelf als atheïst bestempelen. Er is zelfs een tijd geweest dat ik ook mijzelf in deze groep plaatste, niet in het minst te danken aan mijn persoonlijke mening over een goddelijke entiteit. Maar daar ga ik pas in de volgende blog over schrijven.
Toch is er een wezenlijk verschil tussen het concept van religie an sich en het mechanisme waarbij religie wordt gebruikt om een hele groep mensen te controleren. Hoe vaak wordt er wel niet gezegd dat er een oorlog wordt gevoerd in de naam van god, terwijl de oorlog een daadwerkelijk doel nastreefde? Zoals het vergroten van de macht van een natie of het verspreiden van gods woord (beter bekend als de kruistochten) dat niks meer was dan het verspreiden van het christelijke gedachtengoed, waarvan mensen in die tijd overtuigd waren dat het enige juiste manier was om te leven. Tegenwoordig weten wij wel beter, maar dit toont gelijk een zeer interessant effect aan van religie – het toont de beperkingen aan tussen mensen en diens gedachten over het leven en de bekrompenheid van het accepteren van andersdenkenden.

Als er iets eng is, dan zijn het mensen die anders denken over bepaalde onderwerpen dan dat de algemene consensus over ditzelfde onderwerp is opgesteld. Ik denk dat hier wellicht een sociologische verklaring voor nodig is. Voor groeperingen om te kunnen bestaan moet er een algemene consensus bestaan over alle collectieve aangelegenheden, want anders zal de groepering in chaos ontaarden en zal deze mettertijd uit elkaar vallen en ophouden te bestaan. Zodra deze consensus is bereikt, moet deze ook worden gehanteerd, al dan wel of niet d.m.v. verschillende controlemechanismen zoals sociale controle.
De ironie die wij hierin ontwaren is dat het individu verdwijnt, want deze is verplicht om zich te conformeren naar de groep. Doet deze dat niet en zal deze andere ideeën ontwikkelen over collectieve aangelegenheden die botsen met de algemene consensus over dit onderwerp, dan kan dit in potentie de hele groep in chaos laten ontaarden, afhankelijk van de impact die het nieuwe idee heeft.
Dit sociologisch mechanisme is in principe een directe analogie met hetgeen dat zich voltrekt binnen de grenzen van de religie. Voor een religieus persoon in de westerse wereld is het volstrekt onaanvaardbaar om niet in god te geloven, want dat is het fundament van een westerse religie. Echter zorgt ditzelfde sociologisch mechanisme wel voor orde, waardoor een groepering kan blijven bestaan. En zijn niet zo’n beetje alle landen in de westerse wereld gebaseerd op het gedachtegoed dat gefundeerd is op christelijke normen en waarden? Het is dankzij diverse slimme heren (en dames voor de feministen onder ons) dat er uiteindelijk een scheiding is gemaakt tussen kerk en staat, maar feit blijft dat religie nog altijd een fundament kan leveren voor het vormen van een groep dat uniforme ideeën heeft over diverse collectieve ideeën.

Een zo’n collectief idee is naar mijn mening in de hedendaagse maatschappij een vrij onderbelicht verschijnsel, namelijk: moraal. Moraal zal indirect leiden tot de ontwikkeling van een ethisch gedachtegoed, dat mensen weer in staat zal stellen voor het ontwikkelen van deugdzaam gedrag. En is dat geen nobel streven dan? Het uitvoeren van een deugdzaam gedrag in een samenleving – dit zou namelijk op termijn leiden tot een samenleving waarin de mensen in harmonie met elkaar kunnen leven. Ook de filosoof Immanuel Kant zag dit en besloot dit om te vormen in zijn filosofisch systeem van het categorisch imperatief van de plicht.
Ondanks zijn grote invloed verbaast het mij dat de samenleving nog steeds niet diezelfde harmonie heeft bereikt als Kant destijds voorzag. Blijkbaar bestaat er diep in de aard van de mens toch een rebel dat zich weigert te conformeren naar de norm. Misschien is dat wel de zogenaamde postmoderne mens, persoonlijk zie ik de oorzaak meer in het individualisme dat zich in de hedendaagse maatschappijen langzaam maar zeker begint te manifesteren.
Dat neemt niet weg dat ook al is er sprake van de individualisering van de maatschappij, dat er nog steeds collectieve ideeën bestaan. Het verschil zit hem in de denkbeelden van deze ideeën. De algemene consensus is niks meer dan een transcendent verschijnsel van het collectief idee. Pas in het individu manifesteert dit transcendent idee zich in het individu en zal het concretiseren, waarbij dit soms tot handelen leidt.

Uit het bovenstaande kan ik deduceren dat collectieve ideeën uiteindelijk een uitwerking zal hebben op het individu. Het is een axioma om te stellen dat indien er een handelen uit voorkomt, dat dit handelen weer een effect zal geven op een collectief gegeven. Desondanks toont dit aan dat het bestaan van collectieve ideeën wel degelijk een functie hebben op het bestaan van een groepering, in de breedste zin van het woord.
Ik denk dat dát de reden is dat religie nog steeds in de hedendaagse maatschappij bestaat. Persoonlijk zie ik religie als een collectief idee dat mensen kan helpen bij het leggen van een fundament voor een moraal, ongeacht of dit nou in het teken staat van een goddelijke entiteit of niet. In die zin fungeert religie als een sociologisch mechanisme dat mensen in staat stelt om contact met elkaar te zoeken. Voor een hoop mensen is het leven an sich een hele beangstigende ervaring, religie biedt deze mensen houvast en dat zorgt ervoor dat zij niet voortijdig uit het leven stappen. Dat is naar mijn mening de reden dat mensen die een hele intensieve ervaring hebben ondergaan (al dan wel of niet in combinatie met een grote mogelijkheid om te komen overlijden) deze toewijden aan God, omdat het in hun ogen een wonder is dat zij die intensieve ervaring hebben overleeft.
Of dat waar is of niet, daar ga ik in mijn volgende blog over wijden. Deze zal dieper ingaan op alle concepten m.b.t. het bestaan van God.

Mijn beste lezers, ik dank iedereen voor het lezen van dit diepgaand stukje filosofie. Ik wens ieder nog een hele fijne dag toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten